De tassen zijn gepakt en gewogen: per tas ongeveer 8,5 kilo, exclusief water. In totaal komen we zo rond de 10 kilo per tas. Dat is volgens verschillende bronnen zo'n beetje het maximum en dat proberen we aan te houden.
De rugtassen
De rit van Schiedam naar Les Houches begon om iets over zes 's morgens. Met goed doorrijden en een paar stops kwamen we rond 17.30 bij de eerste hut aan. We hebben een van de auto’s op de langetermijnparkeerplaats gezet en de ander bij de hut laten staan. De parkeerplekken zijn erg druk, dus het risico dat we geen parkeerplek zouden kunnen vinden, hebben we in ieder geval gehalveerd. Daarna heb ik een stukje hardgelopen. Dat was vrij zwaar met 400 hoogtemeters in drie kilometer. De drie kilometer naar beneden gingen lekker snel, maar voelden wel als een aanslag op de knieën. Bij terugkomst stond het eten klaar – een soort tartiflette. Heerlijk! We zijn vrij vroeg naar bed gegaan, want we moeten vroeg op voor een parkeerplek en een vroege start.
Hieronder vind je een overzicht van de gelopen route. We hebben een aantal alternatieve routes gedaan, waardoor we op iets meer kilometers en vooral meer hoogtemeters uitkwamen.
De Mont Blanc
Zie ook de totalen onder aan deze pagina. De dagen zijn wisselend in groen en rood weergegeven. De routes en GPX-bestanden zijn overigens afkomstig uit een Garmin-horloge, dus ze zijn aardig getrouw aan wat we daadwerkelijk hebben gelopen.
Van 28 juli tot en met 7 augustus 2021 liepen wij de Tour du Mont Blanc. In de volgende posts vind je een reisverslag inclusief foto's, route en GPX-bestanden. Wij hebben in de voorbereiding namelijk veel gehad aan eerdere reisverslagen, dus wellicht is deze pagina voor anderen ook van nut.
Het boek ‘De nieuwe fiets’ (2009) van journalist Dirk Jan Roeleven stond al een tijdje in de kast en lag daarna op de leesstapel. De afgelopen dagen heb ik het gelezen en dat was een mooie ervaring.
Dirk Jan Roeleven – De nieuwe fiets (2009)
In het boek beschrijft Roeleven zijn reis van Villar San Costanzo naar Amsterdam. Het verhaal is namelijk dat hij jaren eerder met zijn fietsvrienden in dat eerstgenoemde plaatsje een belofte deed aan een lokale racefietsenbouwer die hem bij pech kosteloos hielp:
De man, die Massimo heet, vraagt waar ik heen reis. Ik zeg ‘Dronero’
en vertel hem mijn missie. Over de belofte aan een oude wielrenner die
tegenwoordig fietsen bouwt. Over de ontmoeting in 1994 toen hij pro
Deo mijn fiets repareerde. Dat ik ooit zou terugkeren om een nieuw
gebouwde fiets te kopen. En dat ik die fiets dan over de Alpen naar
huis zou trappen. Solo. (Roeleven 2009, p. 16)
Een mooie belofte, die hij meer dan tien jaar later, inlost. Wat volgt is een verslag van een reis op een nieuwe Cucchietti, maar wel een reis vol tegenslagen. Vooral het weer zit tegen en op de slechtste moment spoken bij Roeleven het verlies van zijn vader en dierbare vrienden door het hoofd. Op YouTube kun je een mooi DWDD-fragment vinden met Roeleven en Stef Bos.
Het boek leest als een mooi en eerlijk reisverslag. Verwacht geen eindeloze wielerdetails, maar eerder mooie anekdotes, beschrijvingen van plannen en hoe die soms omgegooid moeten worden. Uiteindelijk reist Roeleven namelijk best een aantal stukken per trein en hij beschrijft die keuzes, momenten van twijfel ook, eerlijk.
Tijdens het lezen betrap ik me erop dat ik meermaals denk ‘alweer met iemand mee in de auto?’, ‘alweer de trein?’ Ik heb daar direct een oordeel over, maar juist dat deed me – soms lees je een boek precies op het juiste moment – inzien dat je het soms nodig hebt om aardig voor jezelf te zijn. Misschien is het juist vanwege het feit dat hij alleen reist dat hij zelf de vriend moet zijn die hem troost en hem zegt dat de moeilijkste of zwaarste weg niet altijd de beste is. Als ik dan kijk naar mijn omgang met hardlooptrainingen en -schema’s – altijd precies de afstanden en tempo’s, of liefst iets langer en harder – dan kan ik daar nog wat van leren.
Na een drukke werkdag werk ik tegen de avond een flinke hardlooptraining af; blokken in marathontempo, te wegen 2, 3, 4, 3 en 2 kilometer. Aan alles voel ik de trail van zondag (37km) en de herstelloop en heuveltraining van gisteren (29km) nog in de benen.
Voor het laatste blokje hijg ik even uit en neem een slokje water. Een vrouw stopt even, kijkt me aan en vraagt of ik een chocolaatje wil. ‘Nee, bedankt,’ zeg ik, ‘nog een versnellinkje en dan zit het erop.’ Tijdens het laatste blokje heb ik spijt van mijn antwoord, want de training van toch weer 21 kilometer met 14 kilometer op MT valt me zwaarder dan me lief is en een bonbonnetje is toch wel lekker.
Het laatste blokje gaat gepaard met wat hagel/natte sneeuw. Eenmaal terug bij de bidon zie ik dat die verplaatst is. Er ligt een vershoudzakje vol chocola onder.
Een lief gebaar — soms heb je dat even nodig
Deze mij onbekende dame wist beter wat ik op dat moment nodig had dan ikzelf — niet per se chocola, maar een lief gebaar op een lange, sombere dag. Na de laatste interval heb ik er lekker een genomen en dat voelde heerlijk.